43

 

 

 

 

Sally liep het gemeenschapscentrum uit voor een beetje frisse lucht. De deur zwaaide achter haar dicht en de muziek werd zachter. Ze keek omhoog en zag de sterren aan de hemel. De drank was haar naar het hoofd gestegen en ze boog zich voorover, niet omdat ze dacht dat ze moest overgeven maar omdat ze een eind wilde maken aan de duizeligheid in haar hoofd, het gevoel dat de aarde bewoog en dat ze haar best moest doen om haar evenwicht te bewaren omdat ze anders zou omvallen. Ze had geen jas aan. Ze zou maar even buiten blijven want binnen, met de verwarming op de hoogste stand en al die dansende, zwetende lijven, was het snikheet.

Ze had haar ouders de hele avond niet gezien, of had hen in elk geval niet gesproken. Ze had een glimp opgevangen van Alex toen ze naar de optocht stond te kijken, en zich afgevraagd wat hij van plan was, want van haar moeder was geen spoor te bekennen. Haar ouders hadden haar geloofd toen ze hun vertelde dat ze de avond met Fran Hunter en Cassie zou doorbrengen. Toen ze het vertelde, meende ze zelfs iets van opluchting op hun gezichten te bespeuren, alsof het vooruitzicht van een avond voor henzelf hen wel aanstond. Als ze bij het brandende schip op het sportveld hadden staan kijken, had ze hen gemist, want ze had hen in elk geval niet gezien. Ze nam aan dat ze nu wel naar huis zouden zijn. Margaret zou warme chocola maken en de kruiken met kokend water vullen voordat ze naar bed gingen. Sally strekte zich en deed haar hoofd achterover om naar de hemel te kijken. Ze werd opnieuw duizelig, maar ze kreeg het koud en ging weer naar binnen.

In de danszaal was het zoals de eerste keer dat ze samen met Robert was geweest. Het ging er misschien wat wilder aan toe. Ze zag een paar meisjes van school, die zich flink liepen aan te stellen, en kon zien dat ze vreselijk jaloers op haar waren omdat zij met Robert was. Al haar voornemens om hun relatie geheim te houden waren nu van de baan. De hele wereld mocht weten dat ze iets met elkaar hadden. En ze voelde zich goed. Niet meer zo opgelaten. Ze was wat afgevallen sinds Catherine er niet meer was, en dat stond haar goed. Misschien kon ze het idee aan een tienertijdschrift verkopen: het ‘moord op je beste vriendin’-dieet. Ze wist dat het niet grappig was, maar zonder het te willen glimlachte ze in zichzelf. Ze liep naar Robert toe. Al haar vriendinnen hielden zich op in zijn buurt, maar hij besteedde geen aandacht aan hen. Hij flirtte in elk geval niet met hen, ook niet nadat ze naar buiten was gegaan. Hij had haar niet zien terugkomen en ze bleef even staan om naar hem te kijken, om het te controleren. Lisa Murray deed haar uiterste best om zijn aandacht te trekken, maar hij negeerde haar gewoon. Hij had nog steeds zijn kostuum aan, hoewel hij de helm en het schild ergens had neergelegd. De grote dolk zat nog in de schede aan zijn riem. Toen ze die avond langzaam met elkaar hadden gedanst, had Sally hem tegen haar dij gevoeld. Het had haar een sexy gevoel gegeven. Een gevoel dat ze nooit eerder had gehad.

Ze liep naar hem toe en legde haar hand in zijn nek. Hij moest ook flink wat gedronken hebben, maar je kon het niet echt aan hem zien. Hij nam dat Up Helly Aa-gedoe heel serieus. Nu bewonderde ze hem daarom. Hij was niet zoals de jongens op school, die alleen maar de gek met alles staken. Met de muziek op de achtergrond voelde ze zich nu alsof ze boven het gebeuren in de danszaal zweefde en er vanaf een afstand op neerkeek. Alle vreselijke dingen die waren gebeurd, met Catherine, de ruzies met haar ouders en alle ellende op school, waren nu allemaal voorbij. Eindelijk kon ze geloven dat alles mogelijk was. De muziek hield op, want de band nam even pauze voor een biertje. Robert boog zich naar haar toe en bracht zijn mond bij haar oor.

‘Ik zat eraan te denken om naar Brae te gaan. Er is een feest in de Haa. Heb je zin om mee te gaan?’

‘Ja, waarom niet?’

‘Ik geloof dat ik mijn werk hier in de stad nu wel heb gedaan, vind je ook niet?’

‘Nou en of.’ Sally vond dat ze niets te verliezen had. Haar ouders verwachtten haar pas de volgende ochtend terug en het was hoe dan ook beter om uit de buurt van Lerwick te blijven. Ze wilde niet dat haar ouders ineens kwamen binnenvallen en een scène zouden maken omdat iemand hun had verteld wat er gaande was. ‘Kun je nog wel rijden?’ Misschien kon hij haar leren autorijden, dacht Sally. Dan kon ze zich nuttig voor hem maken. Dan zou zij alleen fris drinken en kon ze hem na feestjes naar huis rijden. Misschien zou hij haar dan niet dumpen.

‘Ja hoor,’ zei Robert. Maar toen ze buiten bij het busje stonden, was hij vergeten dat hij het op slot had gedraaid en toen hij zijn sleutels liet vallen, begon hij te vloeken. Sally vroeg zich af waarom hij zo lichtgeraakt was. De hele avond was goed verlopen en ze wist hoezeer hij ernaar had uitgekeken. Hij zou het natuurlijk nooit toegeven, maar hij deed haar denken aan de jongetjes van de school van haar moeder, die een hoofdrol in het kerstspel hadden gespeeld. Nu het allemaal voorbij was, beleefde hij misschien een soort anticlimax. Voor het eerst dacht ze dat zij in hun relatie de sterkste van hen beiden was. Als het erop aankwam, zou zij degene zijn die voor hem zou zorgen.

Hij zei niet veel terwijl ze naar het noorden reden. Hij reed heel hard en in een van de bochten verloor hij bijna de macht over het stuur. Er was die dag gestrooid, maar de wegen begonnen weer glad te worden. Ze kwam even in de verleiding om tegen hem te zeggen dat hij wat rustiger aan moest doen, maar dan zou ze op haar moeder lijken, met al haar kritiek en geklaag, en dat was wel het laatst wat ze wilde. Bovendien was het ook wel opwindend om in het donker hard over een verlaten weg te rijden. Hij had een cd in de speler gestopt en er klonk loeiharde rockmuziek door het busje. Het gaf haar hetzelfde gevoel als naar de hemel staren. Ze was niet langer de timide Sally. Alles was anders geworden. Ze stak haar hand uit, legde hem op zijn bovenbeen en liet haar duim langs de binnenkant van zijn dij gaan.

In Brae brandde er in een paar huizen nog licht maar verder was alles stil en verlaten. Sally had over de Haa horen praten. Catherine had haar verteld over het feest dat daar was geweest, maar Sally had nooit helemaal begrepen hoe het haar was gelukt om aan een uitnodiging te komen. Ze zat daaraan te denken, deed haar best om niet in oude wrok te vervallen toen Robert te hard remde om van de hoofdweg af te slaan. Het busje raakte in een slip en begon te draaien. Sally deed haar ogen dicht, stelde zich voor dat ze van de weg af schoten, of frontaal tegen een muur zouden rijden, dat de cabine in elkaar gedrukt zou worden en dat een van hen, of zij allebei zouden omkomen. Maar op de een of andere manier wist Robert het busje weer in zijn macht te krijgen. Het stond nu alleen met de neus de verkeerde kant op.

‘Shit,’ zei hij, ‘daar zat ik net op te wachten. Dat de smerissen komen rondsnuffelen en ik de ademtest moet doen.’

Hij liet een kort, nerveus lachje horen, waardoor Sally besefte dat hij zelf ook een beetje bang was geweest. Opnieuw dacht ze dat zij sterker dan hij was. Hij reed langzaam achteruit, maakte een U-bocht en reed langzamer dan daarvoor de dalende weg naar het strand af. Toen ze het huis naderden, zagen ze dat het vreugdevuur op het strand nog steeds smeulde.

Robert stelde haar aan zijn moeder voor. Misschien had hij haar daarom meegenomen. Hij had geweten dat Celia daar zou zijn en had gewild dat ze elkaar zouden ontmoeten. Sally hoopte dat het zo was. Het zou haar het gevoel geven dat ze echt zijn vriendin was, als hij wilde dat ze zijn ouders ontmoette. Nu ze zijn moeder zag, was ze er niet meer zo zeker van of het een succes zou worden. Ze geloofde niet dat ze met Celia zou kunnen opschieten. Het was alsof ze zich voor een of ander galabal had gekleed, met die lange, zwarte jurk en die helrode lipstick op dat bleke gezicht. Ze was de eerste persoon die ze tegenkwamen toen ze de Haa binnengingen en Sally was geschrokken. Ze had over Celia Isbister gehoord, maar had haar nog nooit ontmoet. Ze had verwacht dat ze er meer als een moeder zou uitzien.

Maar dat kon ze natuurlijk niet aan Robert vertellen. Ze merkte dat hij blij was haar te zien. Het was alsof hij zich ergens tussen zijn vader en moeder bevond en wanhopig zijn best deed hen allebei te behagen. Daarom was hij als een gek hiernaartoe gereden. Het leek een vreemde relatie die hij met haar had. Helemaal niet die van moeder en zoon. Eerder alsof ze minnaars of zoiets waren. Zo blij leek hij toen ze bij het huis aankwamen en zij in de deuropening stond alsof het van haar was. Hij sloeg zijn arm om haar heen en trok haar tegen zich aan. Sally had dat soort lichamelijk contact nog nooit met haar ouders gehad. Ze zou dat ook niet gewild hebben. Het leek haar niet helemaal gezond.

Sally bleef even op de binnenplaats staan voordat ze hem achternaliep. Het was doodstil buiten, hoewel ze meende dat ze het geruis van de golven hoorde. Het tij moest gekeerd zijn. Ze keek op en achter het raam op de eerste verdieping zag ze een man, die naar haar keek. Hij had het busje zeker gehoord. Sally herkende de man als Duncan Hunter.

Iedereen was nu binnen. Het vreugdevuur smeulde nog wel, maar alleen omdat iemand er een groot stuk drijfhout op had gelegd, en ook dat was al bijna opgebrand, dus het zou niet lang meer duren of er zouden alleen nog sintels en as over zijn. Celia nam hen mee naar een langwerpige woonkamer waar vrijwel niemand was, om hen door de openslaande deuren het vreugdevuur te laten zien. Alle anderen waren in de keuken. Op het fornuis lag een bakplaat met verbrande worstjes en gebakken aardappels, inmiddels koud geworden, rimpelig bruin als de nek van een schildpad. Niemand at iets. Het leek niet erg op een feest. Iedereen was er nog wel en er werd nog steeds gedronken, maar de muziek was heel zacht gezet en er hing een sombere, aangeslagen sfeer.

‘Duncans dochter wordt vermist,’ zei Celia. ‘De politie is net geweest. De details weten we niet. Duncan heeft Fran gebeld, maar ook zij kon hem niet veel vertellen. Waarschijnlijk stelt het allemaal niks voor. Zo’n soort kind is het. Een kind dat altijd wegloopt. Maar door alles wat er kortgeleden is gebeurd, kunnen jullie je voorstellen wat Duncan op dit moment doormaakt. Hij zit boven, bij de telefoon.’

‘Cassie?’ vroeg Sally. ‘Ik pas af en toe op haar.’ Ze vond het best wel opwindend om zo nauw bij een drama betrokken te zijn.

‘Hij overleeft het niet als haar iets overkomt,’ zei Celia.

‘Moeten we hier dan wel blijven?’ Sally wilde zich niet voorstellen hoe het moest zijn om een kind te verliezen, maar ze begreep wel dat je dan geen vreemde mensen in je huis wilde hebben.

‘O, ja, we durven niet weg te gaan. Duncan vindt het vreselijk om alleen te zijn.’ Celia had een manier van praten waardoor je jezelf een beetje dom voelde. Sally mocht haar helemaal niet, maar omwille van Robert deed ze natuurlijk haar best. Het was niet eerlijk om nu een oordeel over haar te vellen. Het was duidelijk te zien dat Celia flink wat gedronken had. Afgezien van de lipstick had ze zwarte eyeliner op, maar die was uitgelopen en zag er nogal rommelig uit. Op de mouw van haar vest zat iets wat er kleverig en vies uitzag. Margaret mocht dan niet de perfecte moeder zijn, maar ze wist altijd wel haar waardigheid te behouden. Ze wist hoe ze zich in gezelschap moest gedragen. Sally had het liefst weg willen gaan. In plaats daarvan begon ze weer te drinken. Ze wist dat het fout was en dat ze haar hoofd erbij moest houden, maar toen ze Robert en Celia tegen elkaar zag fluisteren, zo dicht bij elkaar dat hun hoofden elkaar raakten, kon ze zich niet langer beheersen.

 

Ravenzwart
titlepage.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_000.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_001.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_002.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_003.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_004.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_005.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_006.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_007.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_008.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_009.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_010.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_011.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_012.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_013.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_014.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_015.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_016.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_017.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_018.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_019.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_020.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_021.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_022.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_023.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_024.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_025.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_026.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_027.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_028.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_029.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_030.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_031.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_032.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_033.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_034.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_035.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_036.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_037.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_038.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_039.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_040.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_041.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_042.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_043.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_044.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_045.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_046.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_047.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_048.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_049.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_050.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_051.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_052.xhtml